Marcel Wanders werd kort door Jantine Jongebloed geïnterviewd voor de rubriek ‘Week uit’ in het wekelijkse magazine van De Volkskrant.

Aan verbeeldingskracht geen gebrek bij productontwerper en interieurdesigner Marcel Wanders deze week. Hopelijk repareert die kracht ook zijn rug.

Het leven van productontwerper en interieurdesigner Marcel Wanders (61) is niet hollen of stilstaan, maar hollen én hollen. ‘Al zeker 25 jaar ben ik de helft van de tijd onderweg.’ Afgelopen week was hij eerst in Mallorca, waar zijn tweede thuis staat, om zijn ‘driejarige verkering te vieren’, in de vorm van bootje varen en aansluitend een diner met vrienden in The Donna, een hotel dat hij ontwierp. Hij keert ‘wel en niet’ graag terug naar de plekken die hij tot leven heeft gewekt. ‘Ik ga er niet vaak speciaal naartoe, maar als ik er ben, dan ben ik er graag.’ Problematisch is het als er na oplevering niet goed voor een plek wordt gezorgd – naar zijn smaak. ‘Dan moet je weer ruzie gaan maken.’

Gelukkig was dat hier niet aan de orde, en hij holde door naar Hongarije, voor de grote opening van het Kimpton BEM-hotel in Boedapest, dat hij ook ontwierp. In totaal ging er vijf jaar overheen, van eerste idee tot driedaags openingsfeest. ‘Een van de snelste projecten ooit.’ Nu zag hij het voor het eerst af, in het echt. Hoewel hij dat anders ziet. ‘Een ontwerp begint bij een fantasie, op dát moment zie ik het al voor het eerst, net zo echt. Dan komen de tekeningen, de renders, zodat de mensen die bij het project betrokken zijn het ook kunnen visualiseren. Als het gebouwd en ingericht is, is het zichtbaar voor iedereen.’ Wanders’ visionaire verbeeldingskracht heeft het dan al tig keer ‘echt’ gezien.

Daarna holde hij door naar Milaan, zijn vaste verblijfplaats, en daar rijst nu het vermoeden van een rughernia. ‘Ik vrees een overblijfsel van mijn auto-ongeluk van drie jaar geleden. Ik kan eigenlijk nauwelijks lopen, het is best ernstig.’ Het vele reizen maakt het proces van diagnose en herstel er niet makkelijker op. ‘De dokter wil over drie dagen een foto gaan maken, maar dan zit ik alweer in het vliegtuig naar een volgende afspraak bij mijn bedrijf Moooi in Amsterdam.’

Hoe het nu verder moet is even de vraag. ‘Ik heb er inmiddels ook wel een beetje genoeg van, van dat reizende bestaan.’ Zijn verbeeldingskracht is alvast helder over het verloop. ‘Schrijf maar op dat mijn rug ten tijde van deze publicatie weer tiptop in orde is.’