Oké, misschien heeft het volgende artikel helemaal niets met Dutch design te maken. Sara Bjarland is Fins, en ze gebruikt ’s werelds bekendste tuinstoel, de monoblock, wat geen Nederlands ontwerp is. Daarnaast is de stoel ook nog eens stuk, en is het kunst en geen design.

Waarom dat toch dit artikel op Nederlandsdesign.com? Sara Bjarland woont in Amsterdam en in het artikel kun je lezen dat ze de Amsterdamse straten afstruint naar materialen voor haar creaties. Kunst en design lopen door elkaar heen, en het gaat om een stoel. Eigenlijk is door de toevoegingen van Sara Bjarland een nieuw ontwerp ontstaan. Dus geniet van dit geweldige artikel en kunstwerk van Sara Bjarland.

Alle credits voor Marsha Bruinen van De Volkskrant voor dit mooie artikel.

In de handen van Sara Bjarland wordt ’s werelds bekendste tuinstoel een krachtige skeletsculptuur

Je zou kunstenaar Sara Bjarland (43) een jutter kunnen noemen. Maar dan eentje die niet de kust, maar de stad afstruint. De straat is haar strand, vooral op avonden wanneer het grofvuil naast de containers wordt gezet. Dan speurt ze haar woonplaats Amsterdam af, op zoek naar afdankertjes om mee te nemen naar haar atelier.

Vieze dweilen bijvoorbeeld, waarvan ze er honderden aan elkaar weefde tot het smerige maar prachtige wandtapijt Dust Manifesto (2022). Of bankstellen, waarvan ze de versleten zitvlakken aaneen naaide tot de imponerende lappendeken Erosive Habits (2023).

Voor een groepstentoonstelling vol sculpturen van hergebruikte materialen in de Arnhemse kunstruimte Omstand, heeft Bjarland een ander wegwerpobject onder handen genomen: de monobloc. Afgebroken stukken van ’s werelds bekendste tuinstoel heeft ze aan elkaar geregen en als schelpenkettingen opgehangen aan het plafond van de oude elektriciteitsfabriek waarin Omstand gevestigd is.

Uit één stuk

De monobloc dankt zijn naam aan het feit dat hij uit één stuk bestaat. Gesmolten plastic wordt in een mal gespoten, waarin het afkoelt en uithardt. Aan dat productieproces hangt een laag prijskaartje: het kost minder dan 4 euro om een monobloc te maken. De goedkope, stapelbare en handige tuinstoel is geliefd: er schijnen wereldwijd meer monoblocs dan mensen te zijn.

Wie zo’n bekend en banaal object gebruikt voor kunst, kan op weerstand rekenen. Dat weet ook Bjarland. Begin dit jaar onthulde ze haar eerste openbare kunstwerk, getiteld Monobloc Moments: een stapel van 47 in brons gegoten monoblocs die wankel maar trots de lucht in torenen in Beaufort. Bewoners van die Vlaamse kustplaats reageerden geëmotioneerd: de sculptuur zou thuishoren ‘op een containerpark’. Ze stuurden dreigmails naar de burgemeester, richtten een Facebookgroep op waarin ze hun beklag deden en hingen zwarte vlaggen op.

Waarom Monobloc Moments zo’n gevoelige snaar raakte? Omdat de monobloc een voorwerp is dat we zien als waardeloos, denkt Bjarland. En openbare kunst, wordt daarvan niet nog altijd gedacht dat het vooral esthetisch moet zijn?

Kunst gemaakt van alledaagse objecten komt angstvallig dichtbij. Zo ook de monobloc-mobiles die Bjarland in Omstand opgehangen heeft. Je ziet je eigen lichaam erin gespiegeld: de zwevende sculpturen suggereren de vormen van skeletten. De knik van een voormalige armleuning lijkt wel een heup, de plastic spijlen die ooit de rugleuning vormden een ribbenkast.

Broos, verweerd en vuil

Bjarland moest bij het zien van de afgebroken stukken monobloc tijdens haar fietstocht langs containers inderdaad denken aan skeletten. Broos, verweerd en vuil leken de stukken plastic haast opgegraven botten. Toch zit er leven in het kunstwerk Remains (2024). Als marionetten die elk moment kunnen gaan bewegen hangen de sculpturen in de lucht.

Verbeelden deze sculpturen de dood, dan de dansende dood, zoals de 16de-eeuwse Duitse kunstenaar Hans Holbein die zo mooi in beeld bracht. In zijn beroemde serie houtsneden met de titel Dodendans zie je hoe de dood het leven binnendringt van uiteenlopende figuren zoals een paus, een boer, een rechter en een vrouw van adel. Niet somber maar grijnzend, soms zelfs op de trommel slaand van plezier. ‘Niemand kan aan mij ontkomen!’

‘Dodendans’ van Hans Holbein, met de edelvrouw, circa 1526.

De skeletten van Bjarland stralen eenzelfde soort kracht uit. ‘Deze stoelen zullen ons waarschijnlijk overleven’, zegt de kunstenaar over de plastic poten en leuningen die ze tot kunst heeft gemaakt. De monobloc als memento mori: wie had dat gedacht.

Wie? Sara Bjarland (43)
Waar? In de tentoonstelling In Medias Res – possibilities of a broken chair, t/m 11/12 bij Omstand, Arnhem
Wat? Remains (2024)
Goed om te weten In de door Fenne Saedt gecureerde tentoonstelling zijn nog veel meer mooie kunstwerken van hergebruikte materialen te zien. Zo maakte Keiko Sato de sigarettenvloer die ze dertig jaar geleden in de Amsterdamse kunstruimte de Appel maakte opnieuw.